Gister is het herinneringsraam van kardinaal Jan de Jong geplaatst in de St.Clemenskerk. Het raam vóór de brand was een herdenkingsraam van het 40-jarig priesterfeest van Kardinaal de Jong, geplaatst in 1948.
Dít ontwerp is geheel anders geworden. Centraal in het midden staat de kardinaal met in zijn hand zijn beroemdste verzetsbrief “Non possumes non loqui”: wij mogen niet langer zwijgen. In hetzelfde raam de domtoren van Utrecht, verwijzend naar de bisschopsstad. Helemaal bovenin de basis uit de San Clemente in Rome. De titel-kerk van de kardinaal. De acanthusstruik waaruit het smalle kruis met corpus uit ontspruit. Aan de kardinaal zijn voeten het Lam Gods. Daaronder zijn wapenspreuk Domini mihi Adjutor: de heer is mijn helper. Het linkerraam verwijst naar Rome met de St.Pieter. Petrus heeft de sleutels van de stad in zijn hand. In het rechter raam zit St.Paulus met links van hem het vredeskruis zoals dat in de Vredeskapel in Utrecht aanwezig is. St.Paulus zit op een stapel boeken die staan voor de publicaties van Jan de Jong. In de kerkelijke brieven was altijd wel een verwijzing naar een brief van St.Paulus. De vuurtoren als link met Ameland, maar ook als baken in stormachtige tijden, zoals ook aartsbisschop De Jong in de oorlogstijd voor velen een baken was waar men veilig op kon koersen. Over de gehele breedte van de ramen water, respectievelijk de Tiber, de Rijn en de Waddenzee. (tekst Anne de Jong, foto Regina Beijaard-Molenaar)