In januari schreef ik een brief over de toekomst van ons bisdom. Een aantal seinen staan op onveilig: onze geloofsgemeenschappen hebben een ongezonde leeftijdsopbouw en in veel parochies dreigt er geldgebrek. Toch, zo schreef ik, moeten wij ons door onze zorgen niet laten gijzelen. Ik zie deze jaren als de “jaren van de waarheid”. Juist nu moeten katholieken hun doopsel serieus nemen en hun verantwoordelijkheid zien. Maar wat kan ons motiveren om moed te houden?

Volgens mij gaat het om meer dan optimisme. Een mens met een optimistisch karakter heeft een lichter en meer aangenaam leven dan een mens die alles zwartgallig ziet. Maar voor geloofsmoed gebruik ik liever het woord hoop dan optimisme. Voor de apostel Paulus vormt de hoop, samen met geloof en liefde, een van de drie goddelijke deugden. Hoop is een houding die een mens van Godswege mag ontvangen. Het heeft uiteindelijk niet te maken met een meer of minder zonnig karakter maar met een vast vertrouwen dat God de eerste en de laatste is.

Met Goede Vrijdag was niet alleen Jezus gestorven maar ook alle toekomstverwachting in de harten van zijn vrienden. Het leek alsof alles verloren was. Maar de verschijningen van Christus en de kracht van Gods Geest op Pinksteren verdrijven alle wanhoop en bezielen de eerste christenen met een heilig vuur. God zelf voedt de hoop in hun hart en zij komen letterlijk in beweging. Iedereen mag horen dat Christus leeft en dat Hij mensen zin en samenhang in het bestaan wil geven.

Wij vieren binnenkort opnieuw het Pinksterfeest. Nog steeds wil de Geest van God ons bezielen en kracht geven. Iedereen maakt zich wel eens flinke zorgen over de toekomst van onze geloofsgemeenschappen. Maar de Geest voorkomt dat de zorgen alles bepalend worden. Ook vandaag wil Gods Geest ons in beweging zetten. In kracht van die Geest zijn wij als vrienden van Christus tot veel in staat. Zalig Pinksteren!

Mgr. Dr. Gerard de Korte