Onlangs verscheen het nieuwe rapport ‘God in Nederland’. Iedere 10 jaar wordt onderzocht hoe het gesteld is met het geloof en de kerkelijkheid van de Nederlanders. Op het moment dat ik deze column schrijf, heb ik de cijfers al mogen zien. En zij bevestigen wat wij al langer weten. De christelijke gemeenschap is in ons land een kleine minderheid geworden. Er is sprake van een wijkend christendom. Steeds meer zijn wij vanuit het centrum in de marge terecht gekomen. In deze situatie wordt iedere christen voor de spannende vraag gesteld waarom hij of zij blijft terwijl veel anderen zijn weggegaan.
Voor mijzelf heeft dat alles te maken met het recente Paasfeest. God heeft ons in Christus opgezocht. Wie Christus ziet, ziet de Vader lezen wij in het Nieuwe Testament. Christus heeft ons laten zien dat schenkende liefde de zin van ons bestaan vormt. Hij is ook met ons solidair in onze aftakeling, ons lijden en onze dood. Zo is God in zijn Zoon tot in de diepste diepte van ons bestaan afgedaald, weerloos en kwetsbaar. Maar op de Paasmorgen wordt ook duidelijk dat de weg van Christus niet vastloopt maar uitmondt bij God zelf. Deze maand verschijnt niet alleen ‘God in Nederland’ maar ook mijn nieuwe boek ‘Geroepen tot hoop’. Juist nu is het belangrijk om de deugd van de hoop in te oefenen. En het christelijk fundament voor die hoop vormt uiteindelijk Gods trouw die op de Paasmorgen zichtbaar is geworden.

Onze Kerk is kwetsbaar en klein geworden. Maar ik ga door met mijn inzet voor de geloofsgemeenschap en hopelijk blijft u dat ook doen. De Kerk, groot of klein, is uiteindelijk van Christus. Hij draagt haar en zal voor haar zorgen. Laten wij ons, in kracht van Gods Geest, blijven inzetten voor deze Kerk, weliswaar een minderheid in Nederland maar hopelijk blijvend vitaal en vol enthousiasme.

Mgr. Dr . Gerard De Korte, apostolisch administrator