OVERWEGING OP SACRAMENTSDAG    door Gerard Ketelaars.

 

“Als ik voedsel uitdeel aan armen, noemt men mij een heilige.

Maar als ik vraag waarom zij arm zijn, noemt men mij een communist,” zei bisschop Helder Camara.

 

Jezus komt in het evangelie niet naar voren als de heilige die voedsel gaat uitdelen.

De leerlingen zeggen:”Stuur de mensen maar weg, dan kunnen ze naar de dorpen gaan om eten te kopen.”

Maar Jezus zegt tegen zijn vrienden:”Geef ze maar te eten.”

Jezus wil aantonen waar de oorzaak van de honger ligt:

Niet het tekort aan voedsel, maar het te kort aan liefde is de oorzaak!

Als Jezus zegt:”Geef ze maar te eten,”dan antwoorden de leerlingen wanhopig:”Wij hebben maar vijf broden en twee vissen.”

Dan doet Jezus het voor.

Hij vraagt de vijf broden en na gedankt te hebben, geeft hij ze terug en zegt dan:”Deel maar uit. Deel wat je hebt, al is het nog zo weinig. En je zult zien, als je dat doet,is er voor allen genoeg.”

 

Delen is vermenigvuldigen, tegen alle wetten van de wiskunde in.

Dat is zo met elke vorm van rijkdom.

Rijkdom die je alleen voor je zelf houdt, maakt  je arm.

Als men vreugde aan zijn rijkdom wil beleven moet men delen.

Het spreekwoord zegt immers: Gedeelde vreugd is dubbele vreugd, gedeeld verdriet is half verdriet.

 

Het is vandaag Sacramentsdag. Wij herdenken het laatste Avondmaal van Witte Donderdag.

Wat is daarbij het belangrijkste?

Het belangrijkste bij de instelling van de Eucharistie was het samenkomen en het delen van brood met de opdracht: “Doe dit tot mijn gedachtenis.”

Ook al hebben wij vandaag geen priester, toch is het belangrijk dat wij vandaag hier samen zijn gekomen om te breken en te delen want dan is Jezus in ons midden.

Samen de maaltijd gebruiken is ook in ons dagelijks leven belangrijk. Dat wordt in onze gezinnen tegenwoordig steeds moeilijker. De een moet naar voetballen, de ander naar muziekrepetitie, weer een ander naar club enz. Men moet dan oppassen dat je de nestwarmte gaat ontberen,

Mensen die nestwarmte ontberen moeten de zin van hun bestaan dikwijls buitenshuis zoeken of in een druk uitgaansleven.

Regelmatig samen bijeenkomen, ons bekommeren om elkaar is noodzakelijk om een levende katholieke gemeenschap te houden op Ameland.

“Geef hen maar te eten….”

Een onmogelijke opgave zult U zeggen.

Inderdaad, tenzij wij samen het lichaam van Christus vormen en zo een gemeenschap zijn die veel menselijk leed en menselijk nood kan opvangen.