Dertiende zondag door het jaar

Zusters en broeders,

Om Jezus heen begint het langzamerhand spannend te worden. Dat lazen we al in de eerste zin van het Evangelie: “Toen de dagen van zijn verheffing hun vervulling naderden, aanvaardde Jezus vastberaden de reis naar Jeruzalem…” (Lucas 9: 51) De verheffing waarover Lucas het heeft is niets anders dan het kruis waarop Jezus zal worden vastgespijkerd en dat daarna omhoog geheven wordt, een in de grond gezet martelwerktuig. Jezus voelde natuurlijk heel goed dat de weerstand tegen Hem en tegen zijn boodschap steeds groter werd. De discussies met de Farizeeën en schriftgeleerden werden steeds feller en men zocht naar een reden om Hem op te kunnen pakken. En tòch wil Jezus beslist naar Jeruzalem afreizen! De plaats waar de kruisdood het einde zou betekenen van zijn conflicten met de religieuze leiders van zijn volk. Maar voor Jezus was er slechts één ding van belang: de verkondiging van de Blijde Boodschap in Jeruzalem. Verderop in het Evangelie zal Jezus zeggen: “Ik moet vandaag en morgen en de volgende dag op weg blijven, want het gaat niet aan dat een profeet omkomt buiten Jeruzalem.” (Lucas 13: 33) Vanaf vandaag trekken we daarom samen met Jezus op naar Jeruzalem, een lange pelgrimstocht. Het gaat hier niet om een literaire constructie zoals romanschrijvers dat soms zo mooi kunnen doen. Nee, voor Lucas staat de reis naar Jeruzalem symbool voor de levensloop van alle leerlingen: pelgrim zijn, op weg naar Jeruzalem, de stad van de vrede.

In het Evangelie wordt gesproken over het aardse Jeruzalem. De stad die de vrede zelfs in haar naam heeft geschreven: Jerushalaïm. Maar heeft niet elke stad recht op vrede? Heeft niet Kabul, de hoofdstad van Afghanistan recht op vrede? Heeft niet Bagdad recht op vrede? Heeft niet Islamabad in Pakistan recht op vrede? Maar in het Evangelie gaat het óók over het hémelse Jeruzalem. Gaat het over de uiteindelijke vrede in wat we door Jezus hebben leren noemen: het Koninkrijk van God. Dàt is het einddoel van onze levensreis! Daarheen zijn we samen met Jezus op weg.

Misschien kunnen we het Evangelie dat ons zondag na zondag wordt voorgelezen wel vergelijken met de mantel die Elisa toegeworpen krijgt door de profeet Elia. Dat verhaal hebben we immers gehoord in de eerste lezing vandaag. Elia treft Elisa, de zoon van Safat, terwijl hij aan het ploegen is. Twaalf koppels ossen gingen voor hem uit. Elia, de grote profeet komt daar langs en werpt Elisa zijn mantel toe. Het is nèt als met de hermelijnen mantel die koning Willem Alexander op 30 april kreeg omgehangen: symbool van het koningschap dat op zijn schouders werd gelegd. En wat doet Elisa: “Hij laat de ossen in de steek en loopt Elia achterna.” (1Koningen 19: 20) Net als de nieuwe koning aanvaardt hij de uitdaging. Hij wil profeet worden en dat is voorwaar geen eenvoudige taak! Daarom slaat even later de twijfel toch toe. Weggaan zonder afscheid te nemen van je ouders? Je personeel zomaar in de steek laten zonder fatsoenlijke opzegtermijn? Elisa twijfelt. Maar Elia zegt tamelijk bot dat hij de jongen tot niets heeft verplicht. Elke zondag opnieuw wordt ons het Evangelie als de mantel van een profeet toegeworpen. Een uitnodiging om Jezus achterna te gaan, zijn leerling te worden. Met Hem mee te gaan op zijn soms loodzware tocht naar Jeruzalem. Vrijwillig want Hij verplicht ons tot niets!

Dat het niet gemakkelijk is blijkt wel als Jezus beslist niet welkom is in een Samaritaans dorp. Samaritanen staan tegenover joden zoals voorheen in Noord-Ierland de rooms-katholieken tegenover de protestanten. Jacobus en Johannes willen de komst van Jezus naar het dorp voorbereiden. Ze krijgen een keihard ‘nee’ te horen. De reactie van de twee is net zo hard en onverzoenlijk. Ze vragen Jezus: “Heer, wilt Gij dat wij vuur van de hemel afroepen om hen te verdelgen?” (vers 54) Maar Jezus keert zich om en wijst hen op strenge toon terecht. Ik denk dat wij nu precies als de leerlingen zouden reageren: een dakloze man in de opvang van de Terp in Leeuwarden door een misdrijf omgekomen? Dat is geen verlies voor de maatschappij, denken we dan al gauw. Maar Jezus accepteert dat niet van ons. Het Evangelie reageert anders dan die wereld van ons. Daar geldt nog altijd: ‘oog om oog, tand om tand’. Het zal er nog op neerkomen dat we liever allemaal blind en zonder tanden in de mond rondlopen dan een beetje menslievender te worden!  Jezus achterna gaan wil zeggen dat we net als Elisa zìjn mantel om onze schouders hangen en nèt als Hij worden!

Jezus wijst ons in het Evangelie wèl op de consequenties van dat volgen. Soms zijn we nèt kleine kinderen, die vandaag lid willen worden van de voetbalclub en onze ouders een dure voetbal-outfit laten kopen, terwijl we morgen op gitaarles willen en dat kan weer niet zonder instrument en de volgende dag willen we absoluut gaan paardrijden. Ik bedoel: je zegt maar wat! Het is maar goed dat je dan ouders hebt die je een beetje bij de les houden, al lijkt dat voor de tere kinderziel nòg zo gemeen!  De een na de ander wil Jezus wel gaan volgen, maar ze schrikken terug als die keuze gevolgen gaat hebben. Kijk, volgen is wel leuk, maar dan wèl met behoud van alle luxe in je leven. En ik heb eerst nog héél belangrijke zaken aan mijn hoofd: een begrafenis, een afscheidsreceptie… Kent u dat programma ‘Ik vertrek’ waarbij gezinnen huis en haard verlaten om een nieuwe toekomst op te bouwen in een land waarvan ze de taal vaak nog niet eens spreken? Familie en vrienden denken: ‘Waar begìn je aan?’ en makkelijk hebben de meesten het ook in het begin zeker niet. Maar ze gelóven erin! Ook al is hun spaargeld bijna opgegeten, al werken gemeenteambtenaren, die jou niet kunnen verstaan en jìj hen net zomin, bepaald niet mee. Toch blìjven ze geloven in hun idealen.

Jezus Christus vraagt niets anders van ons, zijn volgelingen: Blìjf geloven in onze gezamenlijke idealen. Een andere wereld waarin iedereen welkom is en waar mensen ècht om elkaar geven. Misschien moeten we hier op Ameland niet alleen onze gasten in de watten leggen, maar ook elkaar! Zo dóén mensen die Jezus volgen dat!

Amen


VOORBEDEN DERTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR

 

Goede Vader in de hemel,

de Blijde Boodschap van uw Zoon Jezus Christus,

het Evangelie heeft altijd veel weerstand opgeroepen.

Al tijdens zijn leven werd niet geaccepteerd

dat Hij omging met melaatsen en prostituees,

maar ook met tollenaars en Farizeeën.

Jezus paste niet in onze begrensde denkpatronen.

Vergeef ons Heer al die weerstand tegen uw Koninkrijk

Laat ons zingend bidden:

 

Goede Vader in de hemel,

Jezus volgen vraagt om een beslissing van onze kant.

Hij zal ons niet dwingen achter Hem aan te gaan.

Hij nodigt ons uit, van harte en wacht op ons antwoord.

Alleen op tocht gaan naar Jeruzalem lokt Jezus niet aan.

Hij zoekt reisgenoten.

Help ons toch om vrijwillig de beste levenskeuze te maken.

De keuze voor een leven mèt Jezus.

Laat ons zingend bidden:

 

Goede vader in de hemel,

We danken U voor het leven van majoor Bosshardt.

Een leven dat in het teken stond van het volgen van Jezus.

In het Leger des Heils stond ze klaar voor hen die mislukt zijn,

voor de drop-outs, voor verslaafden, daklozen en prostituees.

De mensen die vaak snel veroordeeld worden.

Jezus volgen kon voor haar alleen maar betekenen: doen als Hij.

We danken U voor dit voorbeeld

dat laat zien dat het Evangelie te doen is.

Heer we vragen U dat zij nu voor eeuwig bij U mag zijn.

Laat ons zingend bidden: