De Nederlander Wim van den Burg (62) woont in Mpeketoni, waar op een zondagavond islamitische extremisten tientallen mannen afslachtten. Wie geen islamitisch gebed kon opzeggen, werd zonder pardon gedood. De militanten passeerden de boerderij van Van den Burg op een paar honderd meter en hielden er minutenlang stil.

TOEN:

In 1987 kwam ik tijdens een rondreis voor het eerst in Lamu, een moslimeiland voor de kust van Kenia. Ik ontmoette daar in een restaurant een serveerster, Loyce, die suikerziekte had en niet de medische verzorging kreeg die noodzakelijk was. Ze vertelde over haar familie in Mpeketoni en over de armoedige omstandigheden waarin ze leefden. We hielden na afloop van de reis contact en ze vroeg me bijbels te sturen. Dat deed ik.
Twee jaar na mijn reis werd in ’s-Gravenzande het kerkelijke verenigingsgebouw Jachin verkocht. Het bestuur zocht goede doelen en bood mij een deel om in Mpeketoni te gaan besteden. Ik besloot het bedrag te aanvaarden en naar Mpeketoni te vertrekken. Vlak voor de reis kreeg ik een brief met de mededeling dat Loyce was overleden aan de gevolgen van malaria.
Haar uitdrukkelijke wens was echter dat ik de reis naar haar familie wel zou maken. Toen ik na mijn reis op een gemeenteavond van de hervormde gemeente in ’s-Gravenzande verslag deed van mijn ervaringen, vroegen de aanwezigen zich af of we niets aan de armoedige omstandigheden van de mensen daar konden doen. Dat is het begin geweest van ons ontwikkelingsproject in Mpeketoni.
Ik had als leraar nooit het idee gehad aan ontwikkelingswerk te gaan doen, maar het werk groeide al snel, mede door de steun van de Nederlandse overheid via Ontwikkelings-samenwerking. Uiteindelijk ben ik definitief in Mpeketoni neergestreken, waar ik
nu woon met mijn Keniaanse vrouw Ann en zoontje Casey (5). Ik woon er op Farmers’ Court, een agrarisch project voor de inwoners van het dorp. In Mpeketoni heb ik in de 25 jaar dat ik er actief ben nooit iets van spanningen tussen moslims en christenen gemerkt. In de wijdere regio waren die er wel degelijk. In 1998 was ik getuige van een bomaanslag op de Amerikaanse ambassade in de Keniaanse hoofdstad Nairobi. Ik bevond me op 100 meter van het gebouw toen er een enorme ontploffing plaatsvond. Wat ik die dag heb gezien was vreselijk. Het was voor het eerst dat ik de naam al-Qaida hoorde.

NU:
We hebben altijd gehoopt dat de terreur ons dorp niet zou treffen. Toen we zondagavond om acht uur een spervuur van schoten hoorden, wisten we echter direct wat er gaande was: dit moest al-Shabaab zijn. Mijn zoontje Casey was net naar bed gegaan en sliep gelukkig door. We besloten naar het dakterras gegaan en zagen vandaar wat er zich in het dorp afspeelde. Boven het dorp waren lichtflitsen en vlammen te zien. De gevechten hielden urenlang aan en leken zich richting onze boerderij te verplaatsen. Ann haalde Casey uit bed en zo vluchtten we met een van de bewakers de maisvelden in. Om drie uur besloten we
naar bed te gaan en de morgen af te wachten. Om zes uur stonden we alweer buiten. Een uur later ben ik naar het dorp gereden om poolshoogte te nemen. Daar heb ik de meest verschrikkelijke dingen gezien en gehoord. De situatie was onbeschrijfelijk. Lichamen werden opgestapeld. Er bleken tientallen mannen in koelen bloede te zijn vermoord. Later hoorden we van onze buren dat de overvallers in drie Nissan busjes waren komen aanrijden en enkele
minuten hadden stilgehouden op de afslag naar Farmers’ Court. Daarna keerden ze hun auto’s echter weer richting Mpeketoni. Volgens onze buren zijn we ontsnapt aan een ontvoering of erger. Het iljkt wel alsof ons project doelbewust met rust is gelaten. We hebben de moslimgemeenschap in het dorp –zo’n 5 procent van de bevolking– nooit uitgesloten van hulp en nooit haattaal geuit. Het is een theorie waarvan ik hoop dat ze niet naïef is.

STRAKS:

Het gaat naar omstandigheden goed met ons, maar de gebeurtenissen hebben ons wel aangegrepen. Ik begrijp eigenlijk zelf niet waarom ik niet bang ben. Hopelijk zal ik later
kunnen terugkijken op een periode waarin ik geen inschattingsfouten heb gemaakt. We hebben besloten hier te blijven, mede omdat we de projecten hier niet in de steek willen laten. De bevolking heeft ons met klem gevraagd te blijven. Onze projecten vinden gelukkig voortgang, al zijn de scholen in de omgeving wel tot nader order gesloten.
Na de aanslag van zondag vonden er maandagen dinsdagnacht in de omgeving nieuwe aanvallenplaats. De angst heeft daardoor grote vormen aangenomen. Mensen buiten Mpeketoni besloten veelal de nachten in de bush of tussen de mais door te brengen. De terroristen beheersen de nachten. Niemand weet waar en wanneer een volgende aanval plaats zal hebben. Het economische leven lag enkele dagen volkomen stil. Twee van de drie banken zjn volledig uitgebrand. In winkels en marktstalletjes wordt niets verkocht. Alle toegangswegen naar Mpeketoni zjn afgesloten.
Het hoofd van de veiligheidsdienst en de burgemeester van Mpeketoni zijn op non-actief gesteld,omdat de regering van mening is dat ze ernstig in gebreke zijn gebleven tijdens de gebeurtenissen. Ze zouden waarschuwingen voor het naderende onheil hebben genegeerd. Bijzonder jammer is dat een werkreis naar Mpeketoni van zeventien jongeren uit verschillende kerken in het Westland in juli nu niet door kan gaan.
Zij zouden meehelpen bij de bouw van een school. De risico’s zijn nu echter onverantwoord groot. De gebeurtenissen van de afgelopen dagen zullen niet bevorderlijk zijn voor de verstandhouding tussen moslims en christenen, maar ik hoop dat dit het dorp niet zal verscheuren. Onze medewerkers vroegen een bijeenkomst, kort na de gebeurtenissen, af te sluiten met gebed. Ik besef dat steun van boven onontbeerlijk is.

 

MPEKETONI HEEFT HET MOEILIJK

We hebben zaterdag 12 juli 2014 tachtig voedselpakken uitgedeeld. Op Tamani Junior School zijn velen getraumatiseerd. We hebben inmiddels al giften ontvangen en hopen dat er nog veel zullen volgen, zodat we door kunnen gaan.
DOET U OOK MEE?!

St. Tuko Pamoja voor Kenia rek. nr. NL56Rabo0147.406.552 (ANBI)
Omschrijving: Hulp voor Mpeketoni