Zusters en broeders,
“In die dagen zal de Heer van de hemelse machten op de berg Sion voor alle volken een maaltijd aanrichten, een maaltijd van vette spijzen en van belegen wijnen…. Hij zal de dood voor eeuwig vernietigen en van alle aangezicht zal Hij, de Heer, de tranen wissen. Hij zal de smaad van zijn volk wegnemen van de gehele aarde.” (Jesaja 25: 6;8) zo werd het gezegd bij Jesaja die we vandaag als eerste lezing hoorden. Het is de droom, het visioen van deze grote profeet uit het Oude Testament. Het was de droom van alle profeten en van vele generaties uit het volk van Israel: Jeruzalem, stad van vrede, de stad waar alle volkeren van de aarde naar verlangen. Ergens anders schrijft Jesaja:
“En volken komen naar uw licht, koningen naar de glans van uw dageraad. Sla uw ogen op en kijk om u heen, allen verzamelen zich en komen naar u toe.” (Jes. 60: 3-4) Dat horen we op het feest van Driekoningen.
De woorden van Jesaja hebben een betekenis die veel verder reikt dan zijn eigen tijd. Eigenlijk is het de droom van alle mensen, van welke tijd of plaats of geloof ook. Een diepe behoefte bij vele, vele mensen aan een stad van vrede. Daar heeft Irak behoefte aan, daar verlangen de Afghanen naar, dat is waar Afrika al vele jaren naar uitkijkt en vooral natuurlijk het Midden-Oosten waar de geografische ligging van Jeruzalem is gesitueerd. Ach, waar ter wereld wordt er niet uitgekeken naar die stad van vrede! In de bijbel wordt Sion, een andere naam voor Jeruzalem ons gepresenteerd als symbool voor elke stad. Een plek waar de Heer een feestmaal voor alle volkeren heeft aangericht. Daar vind je het volle leven, duurzame vrede, innige en altijddurende vriendschap. Eigenlijk moet je zeggen, dat leven en vrede al klaarstaan voor de mensen. Het is God zelf die ze ons aanbiedt en dan gaat het niet over visioenen van Verweggistan. Leven en vrede in overvloed voor òns, hier en nu! Misschien klinkt dat wel wrang nu we dag in dag uit geconfronteerd worden met gruwelijk nieuws uit Irak en Syrië waar de Islamitische Staat (IS) mensen zomaar onthoofdt, waar vlak bij de grens met Turkije de stad Kobani in Syrië in handen valt van diezelfde IS. De Koerden in die buurt vragen zich vertwijfeld af waarom het Westen dat allemaal toelaat. Waar Nederlandse F-16’s stellingen van de IS bombarderen in Irak, maar niet in Syrië. Snapt u waarom de mensen daar het allemaal níét snappen? En Ebola, die vreselijke ziekte eist nu ook zijn eerste slachtoffers in Europa, in Spanje. Hebben we het risico onderschat? Blijkbaar wel! Het vertrouwen gaat ons steeds meer ontbreken. En is het met vrede niet nèt zo, zusters en broeders, dat we er niet in geloven, dat God en de godsdiensten eerder de schùld van oorlog krijgen dan dat we vertrouwen op zijn aanbod van vrede, van die feestelijke maaltijd op de berg Sion? En zo komen we steeds verder af van een aanbod van een wereldwijde vrede.
De parabel uit het Evangelie probeert dat ook nog eens duidelijk te maken in niet mis te verstane bewoordingen. Het gaat over een koning, die een bruiloftsfeest wil geven voor zijn zoon. Als het feest kan beginnen stuurt de koning zijn dienaars uit om de genodigden op te halen. Maar die hebben er op de een of andere manier helemaal geen zin in en ze slaan de uitnodiging af. Ieder van hen heeft zo zijn eigen redenen: de een moet hoognodig naar zijn akker, een ander heeft een afspraak op de bank om over zijn krediet te praten en dat kan natuurlijk onder deze omstandigheden niet uitgesteld worden. Hoe dan ook ze zijn allemaal eensgezind in het afslaan van de uitnodiging voor het koninklijke feest. Maar zo gemakkelijk komen ze er niet van af: de koning stuurt hen opnieuw dienaars om de uitnodiging te herhalen. Deze keer wijzen de genodigden de wens van de koning niet alleen bot af, maar ze mishandelen en doden zelfs de dienaars van de koning. Wat een ongehoorde reactie op een vriendelijke uitnodiging! Ze ontlopen hun straf dan ook niet: de moordenaars worden omgebracht en hun stad in brand gestoken. Maar wat blìjft is de wens om gasten te ontvangen bij zijn feestmaaltijd. Opnieuw stuurt de koning zijn dienaren uit met de opdracht om dan maar iedereen van straat te halen en uit te nodigen voor het bruiloftsfeest.
Een zaal vol: dit keer tenminste wèl. Het Evangelie beschrijft de gasten met de woorden: ‘slechten zowel als goeden’. Daar in die zaal zitten niet alleen heilige en reine mensen. Als je kijkt naar andere bladzijden uit het Evangelie ging het hier vast om massa’s arme mensen en om zondaars. Volgens het Evangelie zijn ze allemaal van harte welkom, niemand uitgesloten. En het gaat er echt niet om welke verdiensten iemand op zijn naam heeft staan en al helemáál niet of iemand wel met een schoon geweten aan tafel komt. Er is maar één ding dat telt: of je de uitnodiging wilt horen en haar dan ook aannemen. Alleen dàt word je gevraagd bij het binnentreden van de zaal van het leven. Nu zou je bij jezelf kunnen denken: mooie boel daar in dat rijk der hemelen! Ook als je er een potje van maakt kom je er toch wel. Maar daar zegt de parabel aan het eind toch nog iets over: het is wel nodig om ‘voor de bruiloft gekleed te gaan’. In het Midden-Oosten wordt de gast, wie dat ook is, met grote eer ontvangen: hij of zij werd gewassen en netjes aangekleed vóór je de eetzaal binnen mocht. De gast die zich aan dit gebruik niet stoorde toonde dat hij meende boven de wet te staan en gewoon rècht te hebben om zo maar binnen te stormen. Maar tegenover God kan niemand zich op zijn rechten beroepen. De bruiloftskleding is het teken van Gods grote hart. Hij bedekt met zijn mantel, zijn bruiloftskleed al onze fouten, al onze tekortkomingen, onze zwakheden en maakt ons als het ware gereed voor het feest. In wezen is het bruiloftskleed niets anders dan de bereidheid om te luisteren naar Gods Woord. Hèbben wij die bereidheid?
Wanneer we menen zonder te luisteren naar Gods Woord te kunnen leven, komen we terecht in de chaos die we deze weken om ons heen zien. Daar heeft een IS, nota bene uit naam van God, dood en verderf gezaaid! Hoe kun je dat in Godsnaam doen??? Macht, triomf en haat op hun eigen feestmaal en niet dat van God, want die uitnodiging wordt steeds meer afgeslagen. En niet alleen door moslims, maar ook door christenen! In deze wereld lijkt het Evangelie immers toch maar een illusie, profeten waren toch maar dromers. Een bruiloftskleed hebben we niet meer nodig. Hoe zwak is dat verhaal gebleken. Kom, laten we Gods uitnodiging voor zijn feestmaal met beide handen aannemen. Vandaag nog!
Amen
Pastor Paul Verheijen