Zusters en broeders,

Het is goed om hier vandaag bij elkaar te zijn in de Bonifatiuskapel. Dat doen we eigenlijk elk jaar de zondag na het grote Bonifatiusfeest in Fulda. We hebben hier dan ons eigen, veel bescheidener eerbetoon aan de patroon van ons bisdom Groningen-Leeuwarden. We zijn nog maar net terug uit Fulda, waar we met 35 pelgrims naar toe zijn gegaan dit jaar en waar we onze eigen bisschop ook mochten begroeten. Dit jaar geen Bonifatiusdag in Dokkum. Het werd namelijk tijd om weer eens over de opzet van de dag na te denken. Het aantal pelgrims naar Dokkum slonk al jaren en nu kun je natuurlijk de laatste het licht uit laten doen, maar dat leek ons geen goede zaak! Vandaar een periode van bezinning, van nieuwe plannen maken over ‘hoe nu verder?’, brainstormen samen met de andere kerken en voeling houden met de gemeente en de middenstanders. Dat gaf ons een mooie gelegenheid om eens als parochies bij elkaar te komen vandaag. We zijn heel erg blij met de bereidheid van het Clemenskoor van Ameland om de overtocht naar het vasteland te maken en hier te zingen. Pastor Neeltsje en ik zijn natuurlijk al lang op de hoogte van jullie zangkunsten, maar nu mogen de mensen hier er ook eens van genieten. Nogmaals: welkom hier! Ook de rest van het programma maakt het hopelijk aantrekkelijk genoeg om te blijven! Ik heb namelijk straks al even een blik kunnen werpen op de resultaten van wat we genoemd hebben: ‘Heel katholiek Noordoost Friesland bakt’. En dat liegt er niet om! Onze plaatselijke bakkers zouden graag deze vrijwilligers in dienst nemen, vermoed ik. Straks bij de koffie! En daarna heeft de officiële bisdomscateraar, onze eigen Hans Ludema en zijn team een lekkere lunch voor ons. Na het Evangelie van vandaag gehoord te hebben snapt u direct welke soep er vandaag geserveerd wordt ……. Laat de parochie niet vallen dus kom met zijn allen!

Wie al eens vaker in het Bonifatiuspark is geweest, zal vast opgevallen zijn, dat er een aantal monumentale bomen zijn verdwenen. Ze vielen ten prooi aan de bekende iepziekte. En voordat de bomen dan bij een storm op het hoofd van onschuldige pelgrims vallen, dien je ze te kappen. Maar dan moet je toch weer iets nieuws aanplanten. Ik zal het zelf wel niet meer meemaken dat het weer zulke grote bomen worden als die er stonden, maar dat is het lot van elk mens die een boom plant.

In de lezingen van vandaag gaat het ook over bomen. De profeet Ezechiël die heel sterk is in het beschrijven van onze band met God in beelden.  Denk maar aan zijn visioen van een vallei vol dorre doodsbeenderen, die naar elkaar toeschuiven, met spieren en huid bekleed worden en dan door God de levensadem ingeblazen krijgen. Dat is een beeld dat de profeet heeft bij het uitgebluste joodse volk dat in ballingschap is gegaan en zich door Gods Geest moet laten inspireren om er tegen aan te gaan. Vandaag horen we Ezechiël over een sappige boom die verdord is. Net als die bomen uit het Bonifatiuspark: reddeloos verloren! Maar dan: “Dan zal Ik zelf (GOD) van de top van de hoge ceder een twijgje nemen en dat in de grond zetten; van de bovenste van de jonge takken zal Ik een twijgje plukken en Ik zelf zal het planten op een hoge en verheven berg….” (Ezechiël 17: 22)

God zèlf! Hij laat dat niet over aan een hoveniersbedrijf. Die hebben natuurlijk heus wel verstand van záken, maar voelen ze ook dezelfde betròkkenheid bij het volk als God??? Zullen zij het twijgje met dezelfde liefde en aandacht planten als God??? Ik heb wel eens gehoord dat je met je kamerplanten moet praten wil je ze laten groeien en bloeien. Evenzo met kleine twijgjes: die moet je met zorg planten en tot wasdom brengen. Je kiest zorgvuldig een stekje uit, je zorgt voor een goed plantgat, voor bemesting, voor voldoende water en je kijkt er elke dag naar om. Anders wordt het niks!

Ga ik te vèr als ik de situatie van onze kerk vergelijk met het beeld van Ezechiël? Is onze kerk niet langzaam aan het verdorren? We zijn gebukt gegaan onder de vele schandalen in de wereldkerk, maar ook in eigen land door het misbruik van kinderen door geestelijken. Erg veel eenheid is er niet, zelfs niet tussen de kardinalen onderling. Mediapriesters zoals Antoin Bodar menen paus Franciscus de oren wel eens even te mogen wassen, wat mij persoonlijk zéér doet. Maar ook in onze eigen situatie als Ameland, Burgum, Dokkum en Schiermonnikoog ontbreekt er genoeg. De bisschop heeft met het oog op verdere terugloop in kerkgangers, vrijwilligers en inkomsten besloten dat parochies verregaand met elkaar moeten gaan samenwerken. Hij gaat zelfs uit van fusies. Dat stuit op weerstand, ook bij ònze parochies! We zien precies wat ons van elkaar scheidt, maar moeten nog een begìn maken met de zoektocht naar wat we met elkaar geméén hebben! En intussen zouden alle parochies wel wat nieuw leven kunnen gebruiken! We zouden weer kunnen ontdekken hoe blij je van je geloof kunt worden! Hoe móói het is om met vélen samen te komen voor een viering! Wat doen we: blijven we dansen om een verdorde boom, als een soort totempaal uit het verleden? Of gaan we sámen met God héél goed zorgen voor dat frisse jonge twijgje? En we moeten niet vergeten: sámen met God. Zolang het allemaal mènsenwerk is, zolang het van ònze inzet alléén afhangt zal het mooi wat worden met dat twijgje. En wie wil er nou géén prachtige ceder waaronder alle vogels van allerlei gevederte nestelen? Ameland heeft straks een werkelijk prachtige parochiekerk, Dokkum hoopt Pisa niet achterna te gaan, maar een rechte toren te hebben en Burgum mag zich gelukkig prijzen met een kerk die na alle verbeteringen nog járen meekan. Maar in de tuin van al die kerken moet wel een bloeiende boom staan. We moeten wèl werken aan bloeiende geloofsgemeenschappen, waar het geloof belééfd wordt, waar mensen graag naar de vieringen komen, waar mensen een ander verhaal te horen krijgen dan dat van macht, uitbuiting en geweld. Plekken waar bloei gebracht wordt, sámen met de Schepper, sámen met God: en dat is geen òpgave maar een uitdaging!

Ja, en dan het Evangelie van vanmorgen. Wéér een verhaal over een boom. Een flìnke boom ook. Al zou je dat níét zeggen wanneer je het mosterdzaadje gezien hebt waaruit die boom is voortgekomen. “Wanneer dat gezaaid wordt in de grond, is het wel het allerkleinste zaadje op aarde”, zegt Jezus. Maar als de boom groeit wordt hij groter en groter, groter dan alle tuingewassen. Een boom met flinke takken, zodat de vogels in zijn schaduw kunnen nestelen. Een onooglijk begin dus, maar kijk eens naar het eindresultaat! En het mooie vind ik (het lijkt me typisch een uitspraak van Jezus) dat die boom er dan niet staat voor zichzelf, om te pronken, zo van ‘kijk mij eens!’, maar om schaduw te bieden. Zodat de vogels hun eieren kunnen leggen en hun jongen groot kunnen brengen onder het beschermende bladerdak van de boom. Door de boom die uit dat piepkleine zaadje is ontstaan, kan er nieuw leven komen: wìj mogen ons geloof doorgeven aan volgende generaties, aan onze jongen, om het zo maar eens te zeggen. Maar in de schaduw van de grote boom kunnen ook volwassenen terecht, mensen die ziek zijn of die de last van hun hoge leeftijd zwáár vinden. Ze kunnen op verhaal komen onder de boom! Uitrusten!

Zoals altijd, zusters en broeders krijgen we vandaag een boodschap mee, die speciaal voor ons bedoeld is. Lees het maar na: dit zijn de lezingen van de 11e zondag door het jaar, de lezingen van vandaag! We hebben ze niet uitgezocht bij een thema voor deze viering. Zo toepasselijk! Probeer het maar te zien als een vingerwijzing, een hint van God, dat we dìt vandaag mochten horen!

Amen