Het thema van de weekendviering op 10 augustus j.l. was “vertrouwen”. Op verzoek laat ik u nogmaals meegenieten van de overweging van die zondag.

Water is van de ene kant levensgevaarlijk en van de andere kant beslist levens-noodzakelijk. Levensgevaarlijk omdat je erin ten onder kunt gaan; en velen hebben inderdaad in het water de dood gevonden. Hier op Ameland hoeven we alleen maar te denken aan de zeelieden en badgasten.

Anderzijds is water beslist levensnoodzakelijk, want noch wij noch het land kunnen zonder water. De bloemen laten hun kop hangen, het gras verdort, de grond scheurt open en schreeuwt om water, om leven, om vruchtbaarheid.

Beide betekenissen van water vinden we terug in de oudste manier van dopen: een kind of volwassene werd namelijk volledig ondergedompeld. Dat betekende dat de oude mens werd verdronken en de nieuwe mens tot leven kwam.

Beide aspecten van het water komen ook terug in de bijbelse verhalen. De dodelijke kracht van het water wordt verbonden met het meer, de zee. En dat water ook leven geeft komt weer ter sprake waar het gaat over “stromen van levend water”.

Wat Matteus ons vandaag in het evangelie vertelt, speelt zich af op het meer en het water heeft hier de betekenis van vernietigende krachten. Die kunnen ons immers parten spelen. Soms wordt je als het ware omlaag gezogen door allerlei negatieve krachten in je leven en heb je moeite om het hoofd boven water te houden.

En we worden allemaal omringd door de stormen van geweld, oneerlijk gebruik van macht en van vandalisme. En dan is er geloofskracht voor nodig om te blijven geloven in de kracht van het goede.

En eigenlijk gaat daar het prachtige verhaal uit het evangelie van vandaag over. Jezus loopt over het water. Dat betekent: Hij laat zich niet opslokken door negatieve krachten of bewegingen. Hij is het kwaad de baas.

Toen Matteus dit verhaal aan zijn mensen vertelde, maakten die eerste christenen stormachtige tijden mee. Door de Joden verdacht en door de Romeinen vervolgd, voelden ze zich soms door Jezus letterlijk “in de boot genomen” en door Hem in de steek gelaten. “ Waar is nou de Heer? Waarom helpt Hij ons niet? Waarom stilt Hij de storm niet?” Op die vragen probeerde Matteus hun een antwoord te geven.

Jezus dwingt ons, zijn leerlingen, om storm en water te trotseren. De wind tegen hebben hoort erbij en pas tegen het eind van de donkere nacht, als je al niet meer verwacht, komt Hij naar je toe en zegt dan: Ik ben het, wees maar niet bang.

En Petrus, die dreigt te verdrinken bij het lopen over het water, steekt Hij de reddende hand toe. ‘Kleingelovige”, zegt Hij tegen de eerste paus en heel de kerk van toen, ‘kleingelovige, waarom zo getwijfeld? Over die kleingelovigheid bestaat een mooie anekdote.

Een koorddanser in de nok van het circus riep heel hard omlaag tegen de mensen: “Denken jullie dat ik geblinddoekt over die kabel kan lopen?” En het publiek riep natuurlijk enthousiast van “ja”. “En denken jullie dat ik dat ook met een kruiwagen kan?”, riep hij opnieuw naar beneden. En weer riep het publiek massaal dat ze dachten van wel en ze klapten dat het een lieve lust was, gereed om dit schouwspel te kunnen zien. “En denken jullie dat ik het ook kan als er iemand van jullie in die kruiwagen gaat zitten?” Toen viel het publiek helemaal stil. Er klonk nog wat gemompel, maar niemand bood zich aan. Dát is nou wat er met kleingelovigheid wordt bedoeld!

Vaste grond onder je voeten hebben, dat geven we niet graag op. En samen met het grote publiek denken we maar al te graag: die koorddanser zal het wel kunnen, maar mij echt niet gezien. Zo is het eigenlijk ook een beetje met ons vertrouwen op God. We willen wel aannemen dat wie gelooft niet bang hoeft te zijn, maar we durven niet vlug de vaste grond, onze zekerheden en onze eigen levens los te laten.

Matteus wil ons dan ook vandaag duidelijk maken: wat je ook meemaakt aan storm of tegenwind, tegenslag, pijn, ziekte, verdriet, teleurstelling bij de wederopbouw van onze kerk, grote zorgen, en uiteindelijk de dood…….. de Heer is je nabij. Hij steekt zijn reddende hand naar je uit en zegt: Wees maar niet bang, Ik ben het……              

H. Nota